Vanaf Bangkok gaan we eerst naar Ayutthaya, de oude hoofdstad van Thailand en nu vooral bekend van de vele tempels die er staan. Na Ayutthaya trekken we nog meer het oosten in van Thailand, een deel waar toeristen bijna nooit komen. Eerst fietsen we in een dag van Bangkok naar Ayutthaya. We zijn vrij lang in Bangkok geweest maar er is zoveel te doen en te zien in de stad dat we ons niet hebben verveeld. Niet verveeld maar het is nu absoluut ook weer heerlijk om weer met de fiets op avontuur te gaan. Tussen Bangkok en Ayutthaya zien we bijna geen toeristen, toevallig één andere fietser maar buiten dat helemaal niemand. Zodra we in Ayutthaya komen, zien we daar meteen weer een hoop toeristen. Het leuke van reizen met de fiets vind ik (Sven) dat je ook juist de plekjes tussen de hotspots in ziet. De plekjes zien waar andere toeristen helemaal niet komen en waar de locals vaak nog vriendelijker zijn. Locals vinden het leuk dat je er bent en vertellen graag over hun leven en zwaaien enthousiast als je langs fietst.

De binnenstad van Ayutthaya ligt tussen een aantal rivieren en dit is waar ook alle oude tempels staan. We bezoeken die middag alvast twee tempels in de stad. Tussen de tempels in is veel begroeiing en is het grotendeels een park. Wij besloten om er te kamperen en zo gezegd zo gedaan, we sliepen in de binnenstad van Ayutthaya. De volgende dag gaan we verder met het bezoeken van tempels. In de binnenstad staan tientallen tempels en als je alles wilt bezoeken ben je meerdere dagen bezig. Wij bezoeken alleen de grote of indrukwekkende tempels. De tempels zijn deels heel oud vanuit de tijd dat Ayutthaya de hoofdstad was, maar er staan ook tempels die na die tijd zijn gebouwd en een stuk moderner zijn. Er zijn nog zo veel tempels te zien in de rest van Thailand en ook straks na Thailand. We bezoeken niet alles omdat we dan tempel moe zouden worden.

Ondanks dat we zeker niet alle tempels hier bezoeken zijn er op de route die we hebben naast tempels niet zo veel andere dingen te zien. We bezoeken dus wel relatief veel tempels. Alsof het nog niet genoeg tempels zijn, komen we erachter dat het ook ideaal is voor een slaapplek. Het is voor ons een veilige plek om de tent op te zetten en vaak vinden de monniken die de tempels beheren het leuk als we het doen. Natuurlijk vragen we altijd netjes of we er mogen slapen en eigenlijk mag dat altijd. Het is al regelmatig gebeurd dat we dan we vervolgens eten en drinken aangeboden krijgen. Vaak is er een douche beschikbaar en een goed toilet.