Vanuit de afgelegen bergen rollen we Andorra in, een land waar we nog nooit zijn geweest en die ons in meerdere opzichten verbaasd. De afdaling Andorra in is een mooi slingerpad door een smalle bergpas. De bergpas is uitgesleten door een riviertje waar ze een weg naast geprakt hebben. Via dit pad komen we op de doorgaande weg in Andorra. Andorra is een bergstaat in de Pyreneeën en heeft eigenlijk maar één doorgaande weg. Deze weg gaan wij volgen naar de andere kant van het land.
Al snel komen we in de hoofdstad van Andorra, genaamd Andorra la Vella. Het is een drukke stad met veel verkeer op de weg. Ik kende Andorra omdat er veel wielrenners gaan wonen. Dit doen ze omdat er weinig belasting is en je woont/traint op hoogte. In de hoofdstad verbaasde ik mij dat er eigenlijk helemaal geen goede infrastructuur is voor fietsers. Je slingert wat tussen de auto’s door en probeert eigenlijk zo snel mogelijk weer de stad uit te gaan. Er zijn ook helemaal geen bezienswaardigheden om te bezoeken. Er is weinig groen in de stad en het straatbeeld is vooral grijze betonnen gebouwen.
We fietsen de hoofdstad uit en een van de andere dingen die opvalt, is dat er heel veel politie op straat is. In Andorra zit er weinig belasting op drank en sigaretten. Dit zijn dan ook producten die heel veel verkocht worden. Deze producten zorgen er waarschijnlijk dan ook voor dat er meer politie op straat nodig is. We vinden het eigenlijk maar niks in Andorra en willen snel verder. Vanaf de hoofdstad fietsen we over de doorgaande weg alsmaar omhoog naar de andere kant van het land.
Eenmaal de steden uit krijgen we het meer naar ons zin. De weg wordt rustiger en de uitzichten worden steeds mooier. In de verte zien we een aantal gebouwen boven op de berg. Dat is het punt waar we naartoe fietsen, het hoogtepunt van onze reis. Onderweg naar boven komen we wielrenner Robert Gesink tegen die een van zijn trainingsritjes aan het doen is. Omdat Andorra zo hoog ligt zijn er ook veel skigebieden die in de winter veel gebruikt worden. Eigenlijk wisten we niet eens dat er in de Pyreneeën behoorlijk wat skigebieden waren omdat je er bijna nooit iets over hoort.
Het is al niet druk met auto’s en van degene die er nog zijn gaan nu de meeste door een tunnel. Wij niet wij gaan verder naar boven om naar de top te klimmen. We verheugen ons op een biertje boven op de top. We zijn inmiddels de tweeduizend meter in hoogte gepasseerd en vragen ons af of we last krijgen van de hoogte. Hoe hoger je komt in de bergen, hoe minder zuurstof er in de lucht zit. Wij merken eigenlijk weinig verschil en klimmen het laatste stuk naar de top.
Het hoogtepunt van onze reis ligt op 2408 meter en het is gek om te beseffen hoe hoog dat is en dat we op eigen kracht daarboven gefietst zijn. Op de berg is er eigenlijk niets open om een biertje te doen dus dat doen we een stukje verderop. Voor nu eerst genieten van het uitzicht en proberen een voorstelling te maken van hoe hoog we zijn geklommen.